
Het Boomkwekerijmuseum in Boskoop heeft sinds vrijdag een nieuwe voorzitter. Kees van Velzen neemt het stokje over van Michiel Gerritsen, die het museum de afgelopen zes jaar leidde. Gerritsen stond in die periode aan het roer tijdens de coronapandemie en de energiecrisis, waarin het museum ondanks de uitdagingen financieel gezond wist te blijven.
Gerritsen kijkt met trots terug op de inzet van de vrijwilligers, die volgens hem de ruggengraat van het museum vormen. “Dankzij hun betrokkenheid en zelforganiserend vermogen is het museum altijd blijven draaien,” zegt hij. Onder zijn voorzitterschap werd bovendien gewerkt aan de realisatie van een educatiecentrum, dat binnenkort de deuren opent.
Nieuwe voorzitter Kees van Velzen treedt aan met ambitie, maar benadrukt dat de basis stevig staat. “We moeten blijven vernieuwen en verbeteren, maar het is belangrijk om te erkennen dat er al veel goed gaat. Vrijwilligers zijn onze kracht: zij vormen de community die het museum bijzonder maakt,” aldus Van Velzen.
Voor de komende jaren ziet Van Velzen samenwerking met Greenport Boskoop als sleutel tot succes. Hij wil niet alleen het erfgoed van de boomkwekerij blijven tonen, maar ook aandacht besteden aan de toekomst van de sector. Daarbij denkt hij aan educatie rond moderne thema’s als robotisering, logistiek en duurzaamheid. “Het museum moet niet statisch worden. Het verleden is belangrijk, maar we moeten ook laten zien waar de sector naartoe gaat.”
Het Boomkwekerijmuseum werd in 1974 opgericht om het cultureel erfgoed van de sierteeltregio Boskoop te bewaren en door te geven. Het museum kent zowel een binnen- als buitendeel, met vaste en wisselende exposities en een authentieke boomkwekerswoning. Dankzij de inzet van tientallen vrijwilligers en zonder structurele subsidies heeft het museum zich decennialang zelfstandig staande gehouden.
Toch ziet de nieuwe voorzitter de noodzaak om in de toekomst ook financiële steun van de gemeente te verkrijgen. Onderhoud en verduurzaming van het complex vragen om investeringen die niet alleen door vrijwilligerswerk kunnen worden opgevangen. “We hebben een maatschappelijke functie. Het is belangrijk dat erfgoed, innovatie en educatie behouden blijven voor volgende generaties,” aldus Van Velzen.
Met de voorzitterswissel breekt een nieuwe fase aan voor het museum. Waar Gerritsen de organisatie door crisistijden loodste, wil Van Velzen bouwen aan verdere groei en vernieuwing. “Een museum is nooit af. Het is onze taak om steeds weer nieuwe verhalen te vertellen en verbinding te zoeken tussen verleden en toekomst.”





